LIOF als gids in Platform Groene Chemie, Nieuwe Economie

LIOF stond in 2021 mede aan de basis van Groene Chemie, Nieuwe Economie. Een breed gedragen landelijk platform om de transitie naar een circulaire en duurzame chemische maakindustrie aan te jagen. Het platform ijvert voor ketenvorming in de chemie, heeft een actieve politieke lobby en stimuleert de uitrol van innovatieve technologieën. LIOF en de andere Nederlandse ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) richten zich vooral op startups en scale-ups. Ze brengen hen in contact met de verschillende chemische clusters, met elkaar en met mogelijke financiers. 

Verbinden

Martine Rousseau, businessdeveloper bij LIOF, wil meteen twee mogelijke misverstanden uit de wereld helpen. Groene Chemie, Nieuwe Economie beheert geen zak geld om (door)starters op weg te helpen en het is ook geen programma dat uitsluitend de belangen van Limburgse partijen behartigt. “Nederland heeft verschillende grote chemische clusters; van Delfzijl tot Rotterdam, van Geleen tot Terneuzen. Allemaal met verschillende accenten, maar ook allemaal gericht op vergroening en verduurzaming, op het ontwikkelen van nieuwe biobased materialen en circulariteit. In het platform willen we die clusters én bedrijven met elkaar verbinden, ervoor zorgen dat ze weten van elkaars inspanningen en ontwikkelingen.”

Ketenvorming

Voornaamste doel is het vormen van nationale ketens binnen de chemiesector.  “Fossiele grondstoffen voor de productie van bijvoorbeeld plastic moeten binnen 25 jaar vervangen zijn door hernieuwbare grondstoffen. Ver weg? Nee, de tijd dringt. Dat vergt naast de toepassing van nieuwe technologieën ook intense samenwerking tussen producenten en nieuwe leveranciers uit de agro- en recyclesector. Door bedrijven te verbinden en kennis te delen kunnen we veel sneller stappen zetten. Daarbij moeten we over de provinciegrenzen heen kijken.”

Eén Nederland

Als voorbeeld noemt Martine de startup met een geweldig idee. “Of die nou uit Sittard komt  of  uit Groningen; belangrijk is dat hij of zij het plan kan uitwerken op de beste plek en misschien ook daar kan opschalen met productiefaciliteiten. Natuurlijk is elk cluster blij met een nieuw bedrijf en investering in duurzaamheid en circulariteit. Dat is immers de toekomst. Maar daarbij zien we Nederland als één geheel. Bij de regionale ontwikkelingsmaatschappijen zoals LIOF is daar geen discussie meer over. We hebben in Limburg verschillende bedrijven zien vertrekken omdat ze zich elders beter kunnen ontwikkelen. Andersom is onlangs Pegasus Materials neergestreken in Geleen, omdat ze hier meer expertise vinden op hun terrein van biomaterialen. Het gaat erom dat die innovaties op de markt komen, de transitie concreet aanjagen. Wáár, dat is niet zo interessant.”

“In het platform willen we die clusters én bedrijven met elkaar verbinden, ervoor zorgen dat ze weten van elkaars inspanningen en ontwikkelingen”

Op stoom

Pegasus Materials is één van de ongeveer 50 chemische bedrijven die sinds de oprichting in 2021 betrokken zijn bij het platform Groene Chemie, Nieuwe Economie. “We zijn goed op stoom gekomen”, zegt Martine, eerder werkzaam bij chemiebedrijven Bayer en Sabic en inmiddels vier jaar business developer bij LIOF. “Wij en de andere ROM’s weten steeds meer ondernemers te bereiken. Dat doen we met algemene informatiebijeenkomsten waarna we hen uitnodigen voor de zogenoemde opschalingstafels en het acceleratorprogramma. Dit jaar verwachten we toch zeker zo’n 15 starters en scale-ups te verwelkomen.”

Opschalingstafels

De Opschalingstafels worden vier keer per jaar gehouden. “Tijdens zo’n bijeenkomst schetsen ondernemers hun plannen en ideeën voor een groep potentiële financiers. Banken, venture capitalists, InvestNL en tegenwoordig ook grote chemische bedrijven met een eigen financieringstak. Onder hen bijvoorbeeld Sabic. In principe een oliebedrijf, maar ook op zoek naar nieuwe wegen en producten. Zij zijn zeer geïnteresseerd in technologieën op het gebied van biobased en circulaire materialen. Fibrant heeft ook geïnvesteerd in Pegasus, samen met het Venturefonds van LIOF.”
De Opschalingstafels worden vier keer per jaar gehouden en zijn niet direct  bedoeld om deals te sluiten, benadrukt Martine. “Nee, ondernemers leren er vooral hoe financiers denken, waarom ze zouden instappen met risicokapitaal. Financiers op hun beurt krijgen meer inzicht in de marktontwikkelingen.”

Feedback

Uiteindelijk kan dat in een later stadium wel leiden tot concrete contacten bijvoorbeeld met LIOF Ventures of een subsidie-instrument. “Hoofddoel is de feedback, de kennisuitwisseling. Financiering in deze sector is lastig, de risico’s zijn hoog. Zeker nu fossiele producten nog goedkoper zijn dan duurzame alternatieven. Om dat te veranderen lobbyt het platform in Den Haag. Informatie is dus van groot belang, net als vertrouwen in de toekomst. Ook zijn de tafels een goede gelegenheid voor ondernemers en financiers om onderling kennis te maken. Dat past ook weer in het bredere perspectief van het platform: de circulariteit en de transitie in de Nederlandse chemie aanjagen.”

Acceleratorprogramma 

In het Acceleratorprogramma gaan ondernemers met experts van overheden, financiële wereld, belangenorganisaties en de ROM’s meer de diepte in. “In deepdives en masterclasses worden zaken als financiering, regelgeving en value chain behandeld. Bedrijven leren van elkaar, als platform zetten we eigen specialisten in of verwijzen naar mensen uit ons brede netwerk. Noem het verfijning van een businessplan.”

Kansrijk

Aan de Opschalingstafels en het Acceleratorprogramma doen verschillende Limburgse start- en scale-ups mee. Martine noemt ETB Global, Resolved Technologies en Mevaldi. Innovatieve ondernemingen die ze zelf begeleidt en die elk op hun eigen manier werken aan circulaire en biobased materialen. “Of ze het gaan redden? Ik hoop het, kansrijk zijn ze zeker. Veel hangt af van de financiering. Zijn investeerders en subsidiegevers bereid om hun nek uit te steken? Wij doen er in ieder geval alles aan om die ondernemers met die mooie ideeën tot goede en interessante  gesprekspartners te maken voor de potentiële geldschieters.”

Tekst: Jos Cortenraad