Dinosaurussen kunnen vliegen

Goede morgen 2015!

In 1995 bestond LIOF twintig jaar. Een goede gelegenheid om de blik te werpen op de volgende twintig jaar, op het jaar 2015 dus. Daarom presenteerde LIOF een toekomstvisie op markante mogelijkheden en kansen voor de Limburgse economie: Goede morgen 2015! Dinosaurussen kunnen vliegen.

Hoofdconclusie was dat Limburg attractief is als vestigingsplaats voor industriële bedrijven, maar minder voor dienstverlenende bedrijven. Maar voor de benodigde industriële expansie constateerde LIOF een aantal knelpunten, waaronder een niet optimale ontsluiting van de kennisinfrastructuur, een beperkt aantal bedrijventerreinen en te weinig investeringspremies in vergelijking met het aanbod van de omliggende landen.

Inzet op informatie/communicatiecluster

Maar nog belangrijker was de voorgestelde richting voor Limburg naar 2015. LIOF voorspelde dat de economische ontwikkelingen tot ver in de 21ste eeuw in sterke mate bepaald zouden gaan worden door nieuwe technologieën, met name de informatietechnologie (ICT sector). Er zouden fundamenteel andere bedrijfsprocessen komen, zoals thuiswerken en splitsing van front- en back-office-activiteiten. Liberalisering van de infrastructuur en telecommunicatiediensten waren belangrijke inzichten.
Limburg moest aan de slag om de bestaande industriële basis in de toekomst te handhaven en te versterken. Daarnaast was het van groot belang om de ontwikkelingen in de landbouw, distributie, transport/logistiek en toerisme te stimuleren.

Er werden drie speerpunten geformuleerd:

1. Stimuleren van de bestaande activiteiten
   De uitstraling van grote corporates, zoals DSM, Océen NedCar werden gezien als onschatbare waarde voor de economie van Limburg en essentieel voor het MKB.
2. Ontwikkelen van een informatie/communicatiecluster
   Dit werd gezien als een ambitieuze doelstelling, maar een die wel realiseerbaar moest zijn in twintig jaar (tot 2015).
3. Bevorderen van regionale integratie
   Limburg moest zijn ligging – perifeer in Nederland, maar centraal in Europa – verder ombuigen tot een structureel voordeel. Vervolgens zou Limburg ernaar moeten streven om zijn grenzen te doorbreken en maximaal in te spelen op Europese eenwording. Daarvoor moest Limburg, in samenwerking met de omliggende regio’s, een kennisinstituut creëren dat aan zou sluiten bij de nieuwe informatie/communicatie-industrie.

Libertel vestigde zich in Limburg

En deze inzet op een informatie/communicatiecluster werd verzilverd door te investeren in Libertel en haar komst naar Limburg (met een hoofdkantoor) mogelijk te maken. Het bedrijf betrad in 1995 de Nederlandse markt onder de naam Libertel. In 1994 besloot de toenmalige regering namelijk een licentie uit te geven voor een tweede mobiele telefonienetwerk. Een van de vijf partijen die meedong was Libertel, toen nog onder een werknaam. De penetratiegraad van mobiele telefoons in Nederland was in 1995 minder dan 2 procent. Maar dat veranderde snel. In 1995 sloot Libertel het kalenderjaar 1995 nog af met 26.000 abonnees, in 1998 waren dat er 1 miljoen. 

Met de blik vooruit: Mobiele telefonie drijvende kracht achter innovatie.

Anno 2025 weten we dat deze koers spot-on was. Mobiele telefonie is niet alleen privé niet meer weg te denken uit onze levens. Deze technologie is vandaag de dag de basis voor veel innovaties.
Denk bijvoorbeeld aan apps in de gezondheidszorg. Zoals het Limburgse bedrijf Pharmi. Zij ontwikkelden de Digitale Apotheker, die verschillende bestaande gevalideerde medicijninformatie in 1 platform integreert. Het is een app, een empathische virtuele assistent en een Zorgdashboard.