1992
Het Verdrag van Maastricht
Begin jaren ’90 kreeg de nieuwe toekomst van Limburg nog verder gestalte middels het Verdrag van Maastricht. In 1992 besloten de twaalf lidstaten van de Europese Gemeenschap om de ideeën voor een Europese Unie op papier vast te leggen, dit gebeurde, niet geheel toevallig, in Maastricht. Het Verdrag was niet alleen de opmaat voor de EU maar natuurlijk ook een resultante van een globaliserende wereld, iets wat ook tot uitdrukking kwam later in de invoering van de euro. Dit gaf de regio Limburg, welke al in opmars was, een extra impuls op het gebied van economische en sociale ontwikkeling. Een kans die met beide handen werd aangegrepen.

Ondertekening van het Verdrag van Maastricht in het Gouvernement
Investerings Premie Regeling (IPR)
Het werk van LIOF veranderde in deze tijd ook steeds meer. Naast de taken van het verstrekken van bedrijfsfinanciering en het stimuleren van ondernemerschap kwam er ook een grotere focus op het aantrekken van buitenlandse bedrijven naar Limburg. De huidige kerntaken van LIOF: Innoveren, Investeren en Internationaliseren bestonden destijds dus al. Het Verdrag van Maastricht en de invoering van de euro zorgde ervoor dat niet-Europese bedrijven ook vaak een bedrijfsvestiging in Europa wilde opzetten als bruggehoofd. Opeens lag Limburg niet meer in de periferie van Nederland maar centraal in de Europese markt, een unieke positie voor de ontwikkelende regio.
Binnen de Perspectievennota (Zuid) Limburg was er ook ruimte voor een Investerings Premie Regeling waarmee deze buitenlandse bedrijven een extra impuls konden krijgen om te kiezen voor regio’s met grote werkeloosheid. Dit vormde vaak een eerste basis voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven.

Wat kwam er naar Limburg
Naast nieuwe bedrijfsvestigingen kwam er ook een flinke impuls van kapitaalintensieve bedrijven die gespecialiseerd waren in het maken en/of coaten van films en folies voor de verpakking-, grafische- en automotive industrie. Hierbij zijn vele bedrijven zoals Mobile Plastics, Sekisui SL, GBC, Akrosil en Burrows Paper in Limburg geland.
Een tweede golf aan buitenlandse vestigingen kwam in de 2e helft van de jaren ’90 op gang doordat vele internationale bedrijven hun klantcommunicatie gingen centraliseren op één of enkele locaties in Europa. Als regio moest je dan wel, om mee te beginnen, de juiste native speakers van de belangrijkste Europese talen in je regio vertegenwoordigd hebben. Denk hierbij aan Duits, Frans, Spaans, Italiaans en Engels. Dat had en heeft Limburg natuurlijk! Mercedes-Benz, DHL Finance en Vodafone kozen daarom allemaal voor de meest zuidelijke provincie van Nederland.
Met de blik vooruit: From Volume 2 Value
In die tijd was er natuurlijk veel werkeloosheid en was er veel ruimte. Het credo in deze dagen was dan ook ‘the bigger the better’. Iets wat we ons in deze tijd nauwelijks meer kunnen voorstellen natuurlijk. Gedurende de afgelopen 50 jaar heeft LIOF langzaam de internationale vraag vanuit haar samenleving en het bedrijfsleven zien veranderen. Samenwerkingen op nationaal gebied tussen de ROMs werden ook steeds meer opgezocht binnen de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). De perceptie voor toegevoegde waarde van internationale bedrijven is veranderd gedurende de afgelopen jaren.
Wat echter als een paal boven water is blijven staan is dat ze toegevoegde waarde moeten hebben voor onze regio. Deze toegevoegde waarde lag in het begin vooral in het brengen van werkgelegenheid. Nu zien we vooral toevoegingen aan de bestaande waardeketen als waardevol voor onze regio. Hier is de nieuwe nationale strategie van NFIA ook op gericht, From Volume 2 Value. Om die waardevolle buitenlandse bedrijven toe te voegen aan bestaande waardeketen in de regio’s.